Teaming, wat is het?
Teaming is de vaardigheid om snel, soepel en slagvaardig samen te werken, onder druk van voortdurende verandering, zelfs met mensen die je nog niet goed kent, om – al doende – een gemeenschappelijk doel zo goed mogelijk te realiseren.
Wat een team moet doen ligt in onze veranderlijke wereld steeds minder vast. Er is vaak wel een opgave, maar geen vastomlijnde opdracht. In dat geval zijn er zeven basisvoorwaarden voor team flow. Deze vormen samen een ‘as’, die het mogelijk maakt dat een team kán gaan draaien. Dat gebeurt pas écht, als er nog vijf extra ingrediënten zijn ingevuld als ‘vliegwiel’. Dit stellen Hans van der Loo en Patrick Davidson in hun nieuwe boek Teaming.
Een team zien wij als een structuur waarbinnen mensen samenwerken. Werken in teams is niet alleen steeds belangrijker geworden, ook is het steeds dynamischer geworden. Daardoor is de houdbaarheid van teams drastisch gereduceerd. Het zijn vaak slechts tijdelijke samenwerkingsverbanden, die qua samenstelling en vorm snel veranderen. Mensen vertrekken en anderen nemen hun plaats in. Teams worden uit elkaar gehaald of juist samengevoegd
De basisvoorwaarden van een succesvol team
Een team moet volgens Van der Loo en Davidson aan 7 basisvoorwaarden voldoen om succesvol te kunnen draaien.
Hieronder de 7 basisprincipes voor succesvolle teams:
- Beperkte omvang: 7 +- 2 mensen blijkt het beste. Zitten er meer mensen in een team, dan wordt het aantal contacten dat je moet onderhouden al gauw te veel. Dit lijkt logisch, maar deze regel wordt vaak met voeten getreden.
- Gedeelde opgave: er is een inspirerend doel, waarover de teamleden het eens zijn, en dat als een magneet fungeert. Dit doel is bovendien op heldere wijze verbonden met de missie van het bedrijf.
- Onderlinge afhankelijkheid: om jouw aandeel te kunnen leveren, ben je afhankelijk van de bijdrage van anderen.
- Tijdelijkheid: het team gaat na ene tijd(je) weer uitéén. In het hele boek is dit mijns inziens de enige voorwaarde die uniek is voor pop-up teams. Al het overige is ook van toepassing voor vaste teams die wisselende opgaven hebben, waarvoor de oplossing niet van te voren vaststaat.
- Externe oriëntatie: Bij punt 2 wordt er bewust gesproken van een ‘opgave’, en niet over ‘output’. Een team is dus een groep die een uitdaging moet oplossen op een van te voren onbekende manier. Klinkt wellicht ingewikkeld, maar dat valt mee. Bij een voetbalteam is de uitdaging ‘winnen’, maar de manier waarop is a priori onbekend. Dit is afhankelijk van de context, de tegenstander en het gedrag daarvan. Vandaar dat een team extern georiënteerd moet zijn. Vertaald naar een bedrijf kun je ‘winnen’ vaak inwisselen voor ‘voldoen aan een klantbehoefte’, of ‘de root cause wegnemen van een probleem.
- Aanpassingsvermogen: de omgeving verandert voortdurend, en er kunnen onverwachte problemen rijzen. Daar moet een team autonoom op in kunnen spelen, zónder veel aansturing.
- Meervoudigheid: een goed team voorkomt tunnelvisie om de beste oplossingen te vinden. Ook is het team divers van samenstelling, zowel cultureel als qua vaardigheden.
//
De bovengenoemde 7 elementen vormen de ‘as’ van een team. Ontbreken ze, dan kan een team überhaupt niet draaien. Zijn ze daarentegen wél aanwezig, dan betekent dat nog niet dat een team in flow komt. Daarvoor zijn meer dingen nodig, waar bovendien continu energie in moet worden gestoken. Teaming is niet voor niets een werkwoord.
//
Het vliegwiel om een team te laten draaien
Van der Loo en Davidson voegen rondom de as van het team drie dingen toe als vliegwiel, die een team daadwerkelijk laten draaien:
- Stimulerende structuur. De structuur in en rondom een team moet zo minimaal (Lean) mogelijk zijn, dus geen bureaucratie. Tegelijkertijd moet er genoeg structuur zijn opdat een team goed kan samenspelen en autonoom kan functioneren, binnen de context van een bedrijf en de andere teams daarin.
- Slagvaardig (samen)spel. Een team moet continu in beweging zijn en daarbij al doende leren. Een open en veilig werkklimaat is cruciaal. Fouten zijn er om van te leren, niet om een zondebok te zoeken.
- Verbindende spirit. De teamleden moeten zich met elkaar verbonden voelen. Naast een heldere opgave (missie) zijn er gedeelde ‘waarden’ nodig: hoe gaan we met elkaar om. Je kunt bijvoorbeeld afspreken dat consent (en dus niet consensus) afdoende is om een voorstel uit te proberen. De kennis die het team al doende opdoet en afspraken die worden gemaakt vormen de common ground, zodat er niet langs elkaar heen wordt gewerkt. Een team krijgt niet de geest door externe prikkels. Teamleden moeten zélf achter hun missie staan.
//
Zelf aan de slag met teaming?
De Roo biedt een succesvolle powerclass aan op het gebied van teaming. De Powerclass “Teaming” is bestemd voor bestuurders en leidinggevenden in onderwijsorganisaties die het waarom, wat en hoe van sterkte teams in een korte tijd en op een krachtige manier willen leren.
De Powerclass wordt verzorgd door Theo Jaspers en Hans van der Loo (schrijver van het boek “Teaming”)
Theo Jaspers is partner bij de Roo. Hij heeft op diverse scholen als (interim) schoolleider gewerkt aan leiderschap en duurzame ontwikkelingen. Als ervaren trainer en coach van schoolleiders heeft hij een grote theoretische en praktische kennis die hij op een efficiënte manier over weet te brengen.
Hans van der Loo is expert op het gebied van visiegedreven werken. Hij schreef onder meer de bestseller ‘Kus de visie wakker’, ‘Psychologische veiligheid’ en ‘Teaming’.